Gedrag

Jagen

Katten zijn erg beweeglijk: ze kunnen snel korte afstanden afleggen en het zijn goede klimmers. In tegenstelling tot honden, hebben katten een beperkt uithoudingsvermogen. Katten houden meestal niet van water, maar kunnen wel goed zwemmen. Ze jagen op hun prooi door ze geruisloos te besluipen. Als de kat dicht genoeg genaderd is, bespringt hij de prooi en vangt hij het dier met zijn scherpe tanden en klauwen. De neiging om langdurig met de gewonde prooi te spelen wordt bij alle katachtigen waargenomen, ook bij de gedomesticeerde kat. Het is een middel om de prooi onschadelijk te maken zonder zelf verwondingen op te lopen als deze zich door bijten verdedigt.

Rusten

Naast het jagen kunnen katten ook erg luieren. Ze houden ervan om lekker in de zon te zitten of op een warme ondergrond te gaan slapen. Dit is ook nodig, omdat die tijd de kat de mogelijkheid geeft om de relatief grote en voedzame prooi te verteren. De gemiddelde kat slaapt of luiert tweemaal zo veel als een mens, en is dus het overgrote deel van de dag niet wakker.

Hygiëne

Net als leeuwen en tijgers likken ze zichzelf schoon met hun tong; vaak doen ze dit voor het slapen gaan, of na het wakker worden. De instinctieve verzorging van de vacht met tanden, speeksel met enzymen en vet uit een klier boven de staart vergt ongeveer twee uur per dag. Hierdoor slikt de kat veel losse haren in. Deze verlaten gewoonlijk via het darmkanaal het lichaam. Als de kat echter te veel haren in korte tijd binnenkrijgt, kan er een haarbal ontstaan die wordt uitgebraakt.
Dit kan worden voorkomen door de kat goed te borstelen, speciale anti-haarbalsnoepjes te voeren, kattengras te geven of door de kat een beetje vette vis te voederen (zoals tonijn). Langharige katten hebben overigens meer last van haarballen dan kortharige. Als een kat vergeefse pogingen doet om een haarbal uit te braken, kan er sprake zijn van verstopping. Dit kan levensbedreigend zijn.

Sociaal gedrag

Winston Churchill en Blackie op HMS Prince of Wales. Blackie was de mascotte van het oorlogsschip. 1941.
De gedomesticeerde kat is een sociaal flexibele soort.In een omgeving met verspreide voedselbronnen en lage populatiedichtheid leven katten solitair of in kleine groepjes van nauw verwante vrouwtjes. De grotere, niet-overlappende territoria van katers beslaan twee of meer van de kleinere territoria van de vrouwtjes.
In een stedelijke omgeving of bij boerderijen zijn de voedselbronnen meer gecentraliseerd, wat leidt tot het vormen van groepen met een hoge dichtheid bestaande uit meerdere mannetjes en meerdere vrouwtjes met kleinere, overlappende home-ranges en een promiscue paarsysteem.
Afhankelijk van de beschikbaarheid van voedselbronnen, zijn katten dus solitaire of sociale dieren. Indien ze de mogelijkheid hebben, zullen vrouwtjes familiegroepen vormen. Hun dochters blijven bij hen en krijgen op hun beurt kittens, zodat een matriarchale groep ontstaat. Zonen verlaten de groep wanneer ze geslachtsrijp worden.

Op basis van het natuurlijke gedrag is het dus aan te raden meerdere verwante katten te houden als huisdieren, zeker wanneer de katten binnen worden gehouden en geen contact kunnen leggen met andere katten uit de buurt.

Geluiden

Katten maken een laag zoemgeluid dat spinnen wordt genoemd. Het is een manier om allerlei gevoelens uit te drukken, van angst en pijn tot tevredenheid.
In de omgang met mensen is het meestal een teken dat ze tevreden zijn, soms dat ze hulp nodig hebben. Dit geluid wordt voortgebracht door trillingen van de stembanden.Spinnen is een communicatiemiddel tussen kittens en moeders. Kittens kunnen spinnen als ze een week oud zijn.

Daarnaast kan een kat miauwen, mauwen, grommen, sissen, blazen, schreeuwen, piepen, klappertanden, kermen en trillen.

Communiceren met katten

Er zijn verschillende communicatieve signalen van katten die zij ook begrijpen wanneer ze door mensen gegeven worden. Communiceren met een kat zal de band met de kat wederzijds versterken. Enkele voorbeelden:

  • Blazen: het sissende blaasgeluid geeft aan dat een kat angstig is en niet benaderd wil worden. Zelf als 'straf' blazen naar een kat heeft dus geen zin, je geeft dan het signaal dat je zelf bang bengt en met rust gelaten wil worden.
  • Ogen samenknijpen: staren is in kattentaal een bedreiging. Het samenknijpen van de ogen betekent dat een kat niets kwaads in de zin heeft en dient dus om agressie te voorkomen.
  • Spinnen en tegelijk nagels uitsteken: de kat bedoelt daarmee dat hij zich veilig voelt bij de mens. Als ze het niet doet, is het niet zo erg. Elke kat doet andere dingen om te laten zien dat ze zich veilig voelt.
  • Beide ogen langzaam sluiten: staren is in kattentaal een bedreiging. Het knipogen betekent dat een kat niets kwaads in de zin heeft en dient dus om agressie te voorkomen.
  • Kopjes geven: in de wangen van de kat zitten geurklieren. Door kopjes te geven tegen voorwerpen, markeert de kat dat voorwerp. De geur geeft het signaal dat alles 'veilig' is en geeft een gevoel van 'thuis'. Dit is dezelfde geurstof als in kalmeringsspray's zoals Feliway zit, vandaar dat dit een ontspannend signaal is voor katten. Katten die angstig zijn en stress hebben, kunnen excessief veel kopjes gaan geven. Zij willen zichzelf voortdurend bevestigen dat alles veilig is.
  • Vastnemen bij het nekvel: in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, neemt een moederpoes haar kittens nooit in het nekvel. Ze neemt ze wel vast in de nekspier. Ze doet dit tot ongeveer 3 weken ouderdom, wanneer ze de kittens naar een nieuw nest brengt of terug naar het nest wil brengen. In het nekvel nemen om te straffen doen katten nooit. Enkel bij de paring zal de kater de poes in het nekvel bijten om haar te fixeren.
  • Krolsheid.jpg
    Krolsheid.jpg
    5,1 KB · Weergaven: 1.008