Ras omschrijving
Maine Coon
Algemeen
De Maine Coon is een van de grootste oorspronkelijke gedomesticeerde kattenrassen, ook wel bekend als Amerikaanse langhaar. Ze worden gekenmerkt door een imposant voorkomen en rustig en stabiel karakter.
Geschiedenis
Maine Coon kat Cosey, winnaar op de kattenshow in New York in mei 1895
De Maine Coon komt als fenotype van de huiskat al eeuwen voor in New England, nl. in Maine en omliggende staten in het noordoosten van de Verenigde Staten.
Er zijn veel verhalen over de oorsprong van dit ras. Een populair broodjeaapverhaal is dat de Maine Coon een kruising zou zijn tussen een lynx en een wasbeer.
Een ander, veel romantischer verhaal gaat over kapitein Samuel Clough uit Maine, de Franse Koningin Marie-Antoinette en haar katten. Er zijn documenten bewaard gebleven dat de kapitein tijdens de Franse Revolutie meegewerkt zou hebben aan een plan om de koningin naar de Verenigde Staten te helpen ontsnappen. Wat blijkbaar mislukt is, maar er kwamen zes koninklijke langharige katten met het schip mee naar Maine, die door sommigen worden gezien als de voorouders van de Maine Coon.
Maar in werkelijkheid stamt de Maine Coon af van een aantal langharige huiskatten die het gen voor langhaar droegen en die al vroeg door kolonisten uit Europa naar Amerika werden meegenomen. Het klimaat met vaak koude winters geeft het langharige fenotype daar een voordeel zodat er relatief veel langharige dieren in de huiskattenpopulatie voorkomen.
Uiterlijk
De Maine Coon is een grote kat met een halflangharige vacht, een stevig skelet en een lange volle staart. Op latere leeftijd kan het ras vooral in de winter een imposante kraag rondom de kop en een langere beharing op de achterkant van de achterpoten ("broek") ontwikkelen. Veel dieren bezitten ook de recessieve eigenschap voor oorpluimpjes, iets dat door liefhebbers gewaardeerd wordt. Dit maakt de Maine Coon tot een imposante verschijning. Maine Coons zijn seksueel actief vanaf een maand of zes maar zijn pas volledig lichamelijk uitgegroeid na ongeveer vier jaar. De kat weegt dan gemiddeld tussen de 5 en 12 kilo voor katers en 4 tot 7 kilo voor poezen.
De hoogte van volwassenen variëren tussen 10 en 16 (25 en 41 cm) en zij kunnen een lengte van maximaal 48 bereiken (120 cm), inclusief de staart, die een lengte van 14 kan bereiken (36 cm) en is lang, taps toelopend, en zwaar behaard, bijna lijkt op de staart van een wasbeer. Het lichaam is stevig en gespierd, die nodig zijn voor de ondersteuning van hun eigen gewicht is, en de borst is breed. Maine Coons hebben een rechthoekige vorm van het lichaam en zijn traag om fysiek volwassen; hun volledige potentieel grootte is normaal gesproken niet bereikt totdat ze 3-5 jaar oud, terwijl andere katten duurt ongeveer een jaar.
Karakter
Ondanks het imposante voorkomen van de Maine Coon is het een rustige maar energieke kat met een goed sociaal besef naar andere huisdieren en mensen toe. Het humeur is over het algemeen vrij evenwichtig en stabiel, speels en tolerant. Het zijn aanhankelijke katten die niet goed als enige kat in een huishouden gehouden kunnen worden. De kat beschouwt zich als onderdeel van het gezin en is altijd van een kleine afstand betrokken bij wat er gebeurt in huis. Het zijn geen echte schootkatten en de meeste liggen liever naast of in de buurt van de eigenaar. Het stemgeluid is gematigd en ze zijn niet bijzonder vocaal.
Fokstandaard en fokgegevens
Er kunnen tot op de dag van vandaag nieuwe katten aan het fokbestand van de Maine coon worden toegevoegd, met als voorwaarde dat deze kat daadwerkelijk uit Maine komt en aan de rasstandaard voldoet. Uniek voor het ras is dat het compleet gedocumenteerd wordt via een internationaal onderhouden online stambomendatabase zodat iedere eigenaar de afstamming tot de eerste "foundation" dieren in Maine en omstreken kan terugherleiden. Ook kan hiermee de inteeltcoëfficiënt berekend worden zodat de fok gerichter kan plaatsvinden.
Gezondheid en erfelijke afwijkingen
Door zijn formaat is het ras mogelijk gevoeliger dan andere rassen voor het voorkomen van patellaluxatie en heupdysplasie. Verantwoorde fokkers laten dan ook hun fokdieren via onderzoek nakijken of respectievelijk de knieschijf een goede groef heeft en goed aangehecht is en de heupkom goed gevormd. Ook komt bij het ras een autosomaal dominante vorm van hartfalen voor, hypertrofische cardiomyopathie (HCM). Voor een tweede erfelijke afwijking, cystenieren (PKD) laat men een echografisch onderzoek verrichten. Fokkers laten dus hun dieren zowel op PKD en HCM testen bij een erkende veterinaire radioloog (Nederland) of veterinaire cardioloog (België). Ook zijn er voor deze afwijkingen momenteel DNA-testen beschikbaar. Een andere niet direct gezondheidaantastende erfelijke afwijking die incidenteel voorkomt is polydactylie. Dit betreft een autosomaal dominante eigenschap waardoor de dieren een of meer extra tenen aan een of meer voeten bezitten. Deze afwijking is niet toegestaan op tentoonstellingen.
Een andere potentieel gezondheids probleem is spinale musculaire atrofie (SMA), ook een genetisch erfelijk ziekte waardoor het verlies van het ruggenmerg neuronen die de skeletspieren van de romp en ledematen activeren. De symptomen zijn gewoonlijk waargenomen binnen 3-4 maanden oud en resultaat in spieratrofie, spierzwakte, en een verkorte levensduur. Een test kan gedaan worden om de verantwoordelijke genen voor SMA detecteren.
Heupdysplasie is een afwijking van het heupgewricht die verlammende kreupelheid en artritis kan veroorzaken. De katten meest getroffen met heupdysplasie neiging om mannetjes van de grotere, zware botten rassen zoals Perzen en Maine Coons zijn. Dit is vergelijkbaar met de situatie honden, maar de relatief kleinere omvang en gewicht van katten vaak resulteert in symptomen die minder aanwezig zijn.
Röntgen-stralen tussen 1974 en 2011 aan de Orthopedische Stichting voor Dieren (OFA) ingediend geeft aan dat 24,3% van de Maine Coons in de database waren dysplastische. De Maine Coon is het enige kattenras in de database opgenomen.
Polycysteuze nierziekte (PKD) is een langzaam progressieve ziekte die mogelijk is onder Maine Coons en werd gedacht dat de pest alleen de Perzische en de Perzische-gerelateerde rassen. Typische symptomen optreden ongeveer zeven jaar en de effecten zijn ongeneeslijk. PKD algemeen leidt tot nierfalen en is genetisch geërfd, zodat zorgvuldige screening en testen zijn de enige manieren om te voorkomen dat de ziekte optreedt.
Algemeen
De Maine Coon is een van de grootste oorspronkelijke gedomesticeerde kattenrassen, ook wel bekend als Amerikaanse langhaar. Ze worden gekenmerkt door een imposant voorkomen en rustig en stabiel karakter.
Geschiedenis
Maine Coon kat Cosey, winnaar op de kattenshow in New York in mei 1895
De Maine Coon komt als fenotype van de huiskat al eeuwen voor in New England, nl. in Maine en omliggende staten in het noordoosten van de Verenigde Staten.
Er zijn veel verhalen over de oorsprong van dit ras. Een populair broodjeaapverhaal is dat de Maine Coon een kruising zou zijn tussen een lynx en een wasbeer.
Een ander, veel romantischer verhaal gaat over kapitein Samuel Clough uit Maine, de Franse Koningin Marie-Antoinette en haar katten. Er zijn documenten bewaard gebleven dat de kapitein tijdens de Franse Revolutie meegewerkt zou hebben aan een plan om de koningin naar de Verenigde Staten te helpen ontsnappen. Wat blijkbaar mislukt is, maar er kwamen zes koninklijke langharige katten met het schip mee naar Maine, die door sommigen worden gezien als de voorouders van de Maine Coon.
Maar in werkelijkheid stamt de Maine Coon af van een aantal langharige huiskatten die het gen voor langhaar droegen en die al vroeg door kolonisten uit Europa naar Amerika werden meegenomen. Het klimaat met vaak koude winters geeft het langharige fenotype daar een voordeel zodat er relatief veel langharige dieren in de huiskattenpopulatie voorkomen.
Uiterlijk
De Maine Coon is een grote kat met een halflangharige vacht, een stevig skelet en een lange volle staart. Op latere leeftijd kan het ras vooral in de winter een imposante kraag rondom de kop en een langere beharing op de achterkant van de achterpoten ("broek") ontwikkelen. Veel dieren bezitten ook de recessieve eigenschap voor oorpluimpjes, iets dat door liefhebbers gewaardeerd wordt. Dit maakt de Maine Coon tot een imposante verschijning. Maine Coons zijn seksueel actief vanaf een maand of zes maar zijn pas volledig lichamelijk uitgegroeid na ongeveer vier jaar. De kat weegt dan gemiddeld tussen de 5 en 12 kilo voor katers en 4 tot 7 kilo voor poezen.
De hoogte van volwassenen variëren tussen 10 en 16 (25 en 41 cm) en zij kunnen een lengte van maximaal 48 bereiken (120 cm), inclusief de staart, die een lengte van 14 kan bereiken (36 cm) en is lang, taps toelopend, en zwaar behaard, bijna lijkt op de staart van een wasbeer. Het lichaam is stevig en gespierd, die nodig zijn voor de ondersteuning van hun eigen gewicht is, en de borst is breed. Maine Coons hebben een rechthoekige vorm van het lichaam en zijn traag om fysiek volwassen; hun volledige potentieel grootte is normaal gesproken niet bereikt totdat ze 3-5 jaar oud, terwijl andere katten duurt ongeveer een jaar.
Karakter
Ondanks het imposante voorkomen van de Maine Coon is het een rustige maar energieke kat met een goed sociaal besef naar andere huisdieren en mensen toe. Het humeur is over het algemeen vrij evenwichtig en stabiel, speels en tolerant. Het zijn aanhankelijke katten die niet goed als enige kat in een huishouden gehouden kunnen worden. De kat beschouwt zich als onderdeel van het gezin en is altijd van een kleine afstand betrokken bij wat er gebeurt in huis. Het zijn geen echte schootkatten en de meeste liggen liever naast of in de buurt van de eigenaar. Het stemgeluid is gematigd en ze zijn niet bijzonder vocaal.
Fokstandaard en fokgegevens
Er kunnen tot op de dag van vandaag nieuwe katten aan het fokbestand van de Maine coon worden toegevoegd, met als voorwaarde dat deze kat daadwerkelijk uit Maine komt en aan de rasstandaard voldoet. Uniek voor het ras is dat het compleet gedocumenteerd wordt via een internationaal onderhouden online stambomendatabase zodat iedere eigenaar de afstamming tot de eerste "foundation" dieren in Maine en omstreken kan terugherleiden. Ook kan hiermee de inteeltcoëfficiënt berekend worden zodat de fok gerichter kan plaatsvinden.
Gezondheid en erfelijke afwijkingen
Door zijn formaat is het ras mogelijk gevoeliger dan andere rassen voor het voorkomen van patellaluxatie en heupdysplasie. Verantwoorde fokkers laten dan ook hun fokdieren via onderzoek nakijken of respectievelijk de knieschijf een goede groef heeft en goed aangehecht is en de heupkom goed gevormd. Ook komt bij het ras een autosomaal dominante vorm van hartfalen voor, hypertrofische cardiomyopathie (HCM). Voor een tweede erfelijke afwijking, cystenieren (PKD) laat men een echografisch onderzoek verrichten. Fokkers laten dus hun dieren zowel op PKD en HCM testen bij een erkende veterinaire radioloog (Nederland) of veterinaire cardioloog (België). Ook zijn er voor deze afwijkingen momenteel DNA-testen beschikbaar. Een andere niet direct gezondheidaantastende erfelijke afwijking die incidenteel voorkomt is polydactylie. Dit betreft een autosomaal dominante eigenschap waardoor de dieren een of meer extra tenen aan een of meer voeten bezitten. Deze afwijking is niet toegestaan op tentoonstellingen.
Een andere potentieel gezondheids probleem is spinale musculaire atrofie (SMA), ook een genetisch erfelijk ziekte waardoor het verlies van het ruggenmerg neuronen die de skeletspieren van de romp en ledematen activeren. De symptomen zijn gewoonlijk waargenomen binnen 3-4 maanden oud en resultaat in spieratrofie, spierzwakte, en een verkorte levensduur. Een test kan gedaan worden om de verantwoordelijke genen voor SMA detecteren.
Heupdysplasie is een afwijking van het heupgewricht die verlammende kreupelheid en artritis kan veroorzaken. De katten meest getroffen met heupdysplasie neiging om mannetjes van de grotere, zware botten rassen zoals Perzen en Maine Coons zijn. Dit is vergelijkbaar met de situatie honden, maar de relatief kleinere omvang en gewicht van katten vaak resulteert in symptomen die minder aanwezig zijn.
Röntgen-stralen tussen 1974 en 2011 aan de Orthopedische Stichting voor Dieren (OFA) ingediend geeft aan dat 24,3% van de Maine Coons in de database waren dysplastische. De Maine Coon is het enige kattenras in de database opgenomen.
Polycysteuze nierziekte (PKD) is een langzaam progressieve ziekte die mogelijk is onder Maine Coons en werd gedacht dat de pest alleen de Perzische en de Perzische-gerelateerde rassen. Typische symptomen optreden ongeveer zeven jaar en de effecten zijn ongeneeslijk. PKD algemeen leidt tot nierfalen en is genetisch geërfd, zodat zorgvuldige screening en testen zijn de enige manieren om te voorkomen dat de ziekte optreedt.